Het leven van een hond begint al in de baarmoeder. Deze periode wordt de prenatale fase genoemd. De invloed van bijvoorbeeld moederlijke stress, omgevingsgeluiden en andere indrukken die de baarmoeder binnenkomen, is bij honden nog niet onderzocht. Uit eerder onderzoek met andere dieren blijkt dat deze factoren wel invloed hebben op de rusteloosheid in hun latere gedrag. Het is daarom uit voorzorg belangrijk dat de moeder tijdens de zwangerschap in een rustige omgeving leeft. Bij mensen is dit ook het geval. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat deze prenatale fase wel degelijk invloed heeft op de verdere ontwikkeling van de baby.
Vanaf de eerste dag tot 2 weken zit de pup en de neonatale fase. Ook wel bekent als de vegetatieve fase. In deze periode is de pup nog doof en blind. Hij kan wel goed ruiken waardoor hij zijn moeder nog steeds goed kan vinden om melk te drinken. Geur is essentieel voor de pup. Hiermee creëert hij een eerste indruk aangezien overige zintuigen en de motoriek dan nog niet zijn ontwikkeld.
Vanaf de derde week beginnen de zintuigen zich te ontwikkelen en te werken. Als eerste beginnen de ogen open te gaan waarna de oren volgen. De pup kan dan voor het eerst zien en horen. Naast de zintuigen ontwikkelen ook de motorische vaardigheden vanaf deze week. De pup begint langzaamaan zijn eerste stappen te zetten.
Verder kan een pup nu zelfstandig zijn ontlasting kwijt. De pup begint langzaamaan zindelijk te worden. Het is hierbij belangrijk dat de pup van jongs af aan de mogelijkheid krijgt om zijn ontlasting buiten het nest te doen. Dit is belangrijk voor de pup om het zindelijk worden te bevorderen. Een pup die deze mogelijkheid niet heeft gekregen zal later sneller hun eigen nest bevuilen.